29-4
Geïnspireerd op de voorstelling ‘Liefdesbrieven’, van Paul van Vliet, en door hem voorgelezen bij de afsluiting van het HGC100-jaar, 21 september 2007.
HGC, mijn liefste,
In 1959 zijn we uit elkaar gegaan.
Het ging niet langer. Ik hield nog wel van je, maar jij wou mij vier dagen in de week.
Dat was wat te veel van het goeie.
Ik wilde ook nog een ander leven, vooral op zaterdag en zondag.
Ik had hartstochtelijk van je gehouden, maar het was over, voorbij.
Uit de verte ben ik je blijven volgen.
Het ging goed met je. Je kon ook zonder mij. Je beste jaren moesten zelfs nog komen.
Een jaar geleden zijn we opnieuw een verhouding begonnen. Hans-Willem Dicke heeft ons weer bij elkaar gebracht. Onze liefde bloeide op en het voelde goed weer bij je te zijn.
We hebben dit jaar samen iets heel moois tot stand gebracht.
Onze liefde was anders dan toen.
Waarschijnlijk omdat het dit keer niet om ons ging, maar om het kind dat we hadden geadopteerd: Unicef.
Je hebt daarvoor het beste van jezelf gegeven.
Dat heeft 146.000 euro opgeleverd.
Een schitterend bedrag waarvan ons kind naar school kan, verzorgd kan worden als het ziek is, beschermd kan worden tegen misbruik en uitbuiting, geholpen kan worden als het in nood zit.
We werden weer verliefd.
Ik kreeg een minnares van 100 jaar!
Maar in de liefde werkt ervaring in je voordeel heb ik gemerkt.
Ik dank je voor een prachtig jaar, dat ook mijn leven heeft verrijkt.
We nemen nu geen afscheid zoals toen, want we zullen elkaar in de komende tijd af en toe omarmen.
Ik vertrek dadelijk in de nacht met een warm gevoel van dankbaarheid.
HGC, ik hou van je.
Voor altijd de jouwe
Paul van Vliet